In de beroepsprocedure die burgerbeweging had ingespannen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen had de vzw naast de vernietiging van het deputatiebesluit ook de schorsing gevraagd.
Op de vraag tot schorsing was de Raad zoals eerder aangegeven niet ingegaan, omdat de vzw haar belang bij een eventuele schorsing te weinig had gemotiveerd. De Raad volgde de redenering die de gemeente had opgebouwd en behandelde daarom niet de inhoudelijke argumentatie.
OverHal kreeg van de Raad voor Vergunningsbetwistingen echter wel de mogelijkheid om de procedure verder te laten lopen zodat er een uitspraak zou kunnen volgen over de vraag tot nietigverklaring van het deputatiebesluit. Op 19 juli 2020 laat OverHal weten dat ze de procedure verder zal zetten.
Omdat de Raad voor Vergunningsbetwistingen zich nog niet ten gronde had uitgesproken, wist de gemeente dus nog steeds niet in hoeverre de Raad eerder zou neigen naar OverHal of naar de gemeente Zoersel, wat de inhoudelijke argumentatie betreft.
Op 27 juli 2020 schreef Stijn Verbist hierover het volgende aan de juriste van de gemeente Zoersel:
“Zoals we in het verleden al hebben besproken, is de vergunning die de deputatie heeft verleend precair te noemen om verscheidene redenen.
Het feit dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen de schorsingsvordering onontvankelijk heeft verklaard, is uiteraard zeer gunstig voor de gemeente en voor de NV Groep Van Roey. Echter verandert dat niets aan de intrinsieke kwaliteiten of gebreken van de vergunning zelf. Deze blijft m.i. precair. (…)
Het risico dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen de vergunning zal vernietigingen schatten we in als beperkt – doch niet onbestaande. (…)
De gemeente en de NV Groep Van Roey zullen uiteraard zelf beslissen of ze de werken starten of niet, maar persoonlijk meen ik dat het nemen van dergelijke beslissing niet kennelijk onvoorzichtig zou zijn.”
De advocaat spreekt zeer duidelijk uit dat het deputatiebesluit dat de gemeente een vergunning geeft om met de werken te starten ‘precair’ is en wel ‘om verscheidene redenen’. Hij geeft ook aan dat dit reeds in het verleden besproken werd. De gemeente was hier dus van op de hoogte.
Het deputatiebesluit was namelijk op twee verschillende momenten lijnrecht ingegaan tegen het voorbereidende advies van de provinciale omgevingsambtenaar om geen omgevingsvergunning te verlenen. Op zich is dat niet verboden, maar dan moet er decretaal gezien wel een degelijke onderbouwing zijn waarom het advies van de ambtenaar niet gevolgd wordt door het politieke niveau. En daar knelt het schoentje.
Er waren tal van inhoudelijke problemen die de ambtenaar had aangegeven, maar die door de deputatie zonder degelijke argumentatie onder de mat waren geveegd: over de impact op de tuin, over het aantal parkeerplaatsen, over de overlast voor de buren, enz.
Op die manier valt dan ook te begrijpen waarom de gemeente Zoersel niet de kaart van de inhoudelijke argumentatie had gekozen wanneer ze tussenkwam toen OverHal vroeg om de vergunning te schorsen.
Wanneer de Raad zich over de inhoudelijke argumenten van OverHal en tegenargumenten van de gemeente had gebogen, dan hadden de ‘intrinsieke gebreken van de vergunning’ mogelijk doorgewogen. Daarom werd het belang van de burgerbeweging in twijfel getrokken als een soort van bliksemafleider. Wanneer de Raad die redenering zou volgen, zou er geen inhoudelijke beoordeling volgen.
Het plannetje lukte. De Raad oordeelde dat “een onderzoek naar de hoogdringendheid en naar de ernst van de middelen niet aan de orde is.”
Zoals eerder aangegeven communiceerde de gemeente Zoersel op vrijdag 21 augustus over de start van de werkzaamheden. Er werd in het persbericht en het artikel op de website duidelijk verwezen naar een beslissing van het schepencollege.
Beslissingen van het schepencollege zijn terug te vinden in de verslagen van het college van burgemeester en schepenen. Dat is zo decretaal vastgelegd. De verslagen worden na goedkeuring aan de gemeenteraadsleden bezorgd, weliswaar met een vertraging van enkele weken.
Het viel h-EERLIJK ZOERSEL begin oktober op dat er in geen enkel verslag van een schepencollege een beslissing van het college terug te vinden was over de toch wel belangrijke beslissing om met de werken te starten en de opdracht te geven aan Van Roey om met de voorbereidingen te starten.
De burger en de gemeenteraadsleden waren dus voorgelogen eind augustus.
Bovendien waren de burgemeester en schepen Koen Paredaens hun boekje te buiten gegaan door een opdracht aan Van Roey te geven, zonder dat hierover een formele beslissing van het college was.
h-EERLIJK ZOERSEL vond dit zeer bijzonder en informeerde bij de algemeen directeur naar het moment waarop deze beslissing dan wel was genomen en op basis van welke argumenten.
Omdat concrete antwoorden uitbleven en omdat de antwoorden die wel gegeven werden nog meer vragen opriepen, vroeg fractieleider Tom Sleeuwaert alle geschreven communicatie hierover op. Een inzagerecht dat hij vanuit zijn functie als gemeenteraadslid heeft. Toch weigerde het schepencollege inzage in deze communicatie op 19 oktober.
Een dag later vindt de gemeenteraad van oktober plaats. h-EERLIJK ZOERSEL had het voorstel opnieuw op de agenda van de gemeenteraad geplaatst om alternatieve locaties voor een dorpszaal te onderzoeken in afwachting van een definitieve uitspraak van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
De reden hiervoor was het ontbreken van een formeel besluit van het schepencollege om met de werken te starten en de motivering waarom. Bovendien zou de behandeling van het verzoek tot vernietiging van de omgevingsvergunning door de Raad van Vergunningsbetwistingen snel volgen.
Tot een bespreking kwam het echter niet. De burgemeester wilde koste wat het kost vermijden dat dit alles boven zou komen en liet de algemeen directeur motiveren waarom Tom Sleeuwaert als raadslid de zitting moest verlaten bij de bespreking en de stemming van dit punt.
Hoewel de algemeen directeur nog betrekkelijk voorzichtig was in zijn verwoording, ging de burgemeester op het gaspedaal staan: Sleeuwaert mocht volgens haar niet deelnemen aan de bespreking en de stemming omdat hij een persoonlijk bezwaarschrift had ingediend en mee aan de wieg had gestaan van de burgerbeweging.
Een zeer bijzondere redenering wetende dat het bezwaarschrift dateert uit een tijd dat hij nog geen politiek mandaat had en hij nooit verdere stappen heeft gezet toen zijn bezwaren werden verworpen door de gemeente. Hij heeft ook nooit een mandaat gehad bij de vzw.
Verder is het vreemd dat de gemeente in de procedure bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen het belang van OverHal in twijfel trekt en nu stelt dat het raadslid belang heeft omdat hij jaren geleden OverHal mee heeft opgericht op een moment dat er nog geen sprake was van een procedure.
Omdat Cindy Van Paesschen enkele uren eerder een verklaring had voorgelezen dat ze voortaan als onafhankelijke zou zetelen, wilde de burgemeester door een belangenconflict in te roepen verhinderen dat Sleeuwaert zou deelnemen aan de stemming. Door Sleeuwaert uit te schakelen, zou zelfs met de steun van de onafhankelijke schepen geen meerderheid gevonden kunnen worden voor het punt. Dat pakte anders uit: Sleeuwaert bleef zitten en eiste een stemming. Hij werd hierin bijgetreden door de oppositiepartijen.
Het punt werd met de steun van Van Paesschen deze keer wel goedgekeurd.
Op het eerstvolgende schepencollege van 26 oktober beslist het college om de gemeenteraadsbeslissing aan te vechten. Van Paesschen stemt tegen.
Volledig in strijd met de gemeenteraadsbeslissing, zes dagen eerder, beslist het college (opnieuw 6 tegen 1) om de omgevingsvergunning uit te voeren. In de argumentatie staat letterlijk “Het college van burgemeester en schepenen keurde op 24 augustus 2020 vervolgens het verslag van de stuurgroep goed, maar nam nog geen formele beslissing ter zake.”
Datgene wat h-EERLIJK ZOERSEL beweerde, namelijk dat er nog geen formele beslissing genomen was, wordt dus nu eenvoudigweg erkend.
Op 13 januari beslist gouverneur Cathy Berx dat het college alle documenten aan Sleeuwaert moet bezorgen waar hij begin oktober om vroeg. Op basis hiervan kon de chronologische reconstructie van een aantal van deze episodes trouwens gemaakt worden.
In diezelfde week beslist het Agentschap Binnenlands Bestuur dat de gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober ongedaan gemaakt moet worden. Niet omdat Sleeuwaert jaren terug mee aan de wieg stond van OverHal, wel omdat hij jaren geleden een bezwaarschrift had ingediend.
Het college laat echter weten nog niet over te gaan tot de formele start van de werken. Op dat moment is het immers duidelijk geworden dat de hoorzitting bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen zal plaatsvinden op 4 februari 2021.
Opnieuw trekt de advocaat van de gemeente het belang van OverHal in vraag om zo de inhoudelijke argumenten niet te moeten weerleggen. En opnieuw volgt de Raad voor Vergunningsbetwistingen de gemeente in deze redenering waardoor ze geen tijd of moeite moet steken in de beoordeling van de inhoudelijke argumenten.
En zo komt een juridisch einde aan een procedure waarin de gemeente Zoersel rechter en partij tegelijk was bij de beoordeling van de honderden bezwaren, waarin de burgemeester tot twee keer toe een negatief advies van de provinciale omgevingsambtenaar heeft laten ombuigen door een partijgenoot bij de provincie en waarin omwille van de zwakke onderbouwing van het deputatiebesluit via schijnmanoeuvres een juridische bliksemafleider werd bovengehaald om zo honderden burgers finaal in het zand te laten bijten.